In dit dataverhaal zetten we de belangrijkste feiten rond de Bijstand op een rij. Hoe is het nu? Deze feiten roepen vragen op. Kan het beter? Deze vragen stellen we aan het einde. Ons doel: een op feiten gebaseerd gesprek over een betere toekomst.
Bronnen: Rijskoverheid.nl, CBS
Bron: CBS
Bron: CBS
Bron: CBS, standcijfers september 2011.
Bron: CBS, standcijfers september 2011.
Bron: CPB
Bron: CBS
Bron: Divosa
Bijstand is het laatste vangnet voor wie geen eigen inkomen heeft. Alle volwassenen in Nederland kunnen hierop een beroep doen. De hoogte van de Bijstand is afgeleid van het minimumloon, namelijk 70 procent hiervan. Voor een alleenstaande, al dan niet met kinderen, is dat nu 962,63 euro. Voor samenwonenden is de uitkering 1375,18 euro per maand.
volgende
Tot de economische crisis begon in 2008 daalde het aantal mensen met een bijstandsuitkering gestaag. Het laagste punt: 299 duizend uitkeringen.
Sindsdien is het aantal snel opgelopen met in totaal ruim honderdduizend uitkeringen. Omdat een huishouden veelal uit meerdere personen bestaat, zijn nu ruim 800 duizend mensen afhankelijk van het inkomen uit Bijstand.
volgende
Geen koopkrachtplaatje is compleet zonder de bijstandsmoeder, de werkloze vrouw die alleen voor haar kinderen moet zorgen en daarvoor volledig afhankelijk is van haar uitkering. Inderdaad ontvangen er meer vrouwen dan mannen Bijstand. Bijna drie van de vijf uitkeringen gaan naar een vrouw.
De Bijstand is er voor jong en oud. Het aantal uitkeringen is gelijk verdeeld over mensen onder en boven de 45 jaar. Ongeveer een op de tien onvangers van Bijstand is jonger dan 27 jaar.
volgende
Voor ongeveer een kwart van de ontvangers van Bijstand is de uitkering een tijdelijke steun in de rug. Na een paar maanden vinden ze werk, zelf of met hulp van de Sociale Dienst. Andere maken jaren achtereen gebruik van een uitkering, een op de tien huishoudens al langer dan vijftien jaar.
Mensen ouder dan 45 jaar zijn langer afhankelijk van Bijstand dan jongeren. Van die groep ouderen is maar dertien procent binnen een jaar weer aan de slag. Maar liefst een op de vijf zit al langer dan vijftien jaar thuis met een uitkering.
volgende
De feiten wijzen uit: niet zo hoog. De overgrote meerderheid van de mensen met een bijstandsuitkering heeft alleen lagere school, een vmbo-diploma of een mbo-diploma op een laag niveau.
Een lage opleiding helpt niet bij het vinden van een nieuwe baan. De arbeidsmarkt is de afgelopen decennia sterk veranderd. Eind jaren zestig waren twee van de drie werkenden laag opgeleid maar tegenwoordig is er voor mensen met een lage opleiding steeds minder plek op de werkvloer.
volgende
De Bijstand is ook en vooral een verschijnsel uit drie van de vier grote steden. In Rotterdam, Amsterdam en Den Haag leeft rond de tien procent van de mensen die willen werken van een bijstandsuitkering. In Utrecht is dat veel lager. Naast de grote steden zijn er brandhaarden in het Noorden (Groningen en de gemeentes ten oosten hiervan) en het Oosten (Enschede).
volgende
Meer mensen met een uitkering, dat kost natuurlijk geld. Dat zou je denken, maar dat is niet zo. De kosten van uitkeringen liepen sinds 2008 weliswaar op met ruim een miljard euro. Maar tegelijkertijd werd een miljard gekort op het budget voor reïntegratie, bedoeld om mensen aan het werk te helpen. De totale kosten bleven daardoor ongeveer gelijk.
volgende
Het is mooi dat er Bijstand is als laatste terugvaloptie bij gebrek aan inkomen. Zo wordt armoede voorkomen. Maar zou het niet nog beter zijn als minder mensen er een beroep op zouden hoeven doen? Als meer mensen met werk in hun eigen inkomen konden voorzien? En als gebrek aan scholing een struikelblok is, moet de Sociale Dienst dan niet meer gaan lijken op een school? Zouden we op deze manier meer mensen aan het werk kunnen krijgen en het aantal mensen met Bijstand kunnen halveren?